5 lessen uit corona-tijd die meegaan naar volgend jaar

Zonder mondkapje een school binnenlopen. Bij een gesprek een hand geven. Schoolactiviteiten organiseren waarbij je geen anderhalve meter afstand hoeft te houden. We kijken allemaal reikhalzend uit naar de post-coronaperiode. Maar de afgelopen tijd gaf ook nieuwe inzichten. Deze vijf lessen nemen we graag mee in het nieuwe schooljaar. 

# 1 Digitalisering: we kunnen het (wel)

Een team meekrijgen in digitalisering van het onderwijs kan een uitdaging zijn. Bij leraren spelen vaak vragen mee als ‘kunnen we dit wel’, ‘vinden ouders het wel goed’ en ‘is dit echt nodig’. Dat zorgt voor onzekerheid en schroom. Maar toen kwam corona, de scholen gingen dicht en teams konden niet anders dan thuisonderwijs bieden. Dat betekende online lesgeven en huiswerk zo veel mogelijk digitaal aanbieden. Natuurlijk gaf het snelle overschakelen opstartproblemen, maar eigenlijk verliep het thuisonderwijs op de meeste scholen al snel goed. Die conclusie geeft zelfvertrouwen. We kunnen het (wel). Dat vertrouwen nemen we mee in het komende schooljaar.  

# 2 Digitale (ouder)communicatie is beter in te plannen

Als de juiste communicatiemiddelen worden ingezet, blijkt digitale communicatie met de school veel ouders best goed te bevallen. Online tienminutengesprekken via bijvoorbeeld Microsoft Teams liepen minder uit en waren makkelijker overdag in te plannen. Voor scholen zelf bleek ook het online vergaderen met externe (zorg-) partners efficiënt, het scheelde reistijd. Veel scholen overwegen nu om ouders voortaan een keuze te geven tussen digitaal of fysiek ontmoeten. 

# 3 Waardering voor het onderwijs(vak) en de leraar

Tijdens de lockdown namen ouders een deel van de taken van de leraar over. Dat bleek nog niet zo simpel. Kinderen motiveren en uitdagen, staartdelingen of de stelling van Pythagoras uitleggen, dat is een vak. Ouders ervaarden hoe het is om één of meerdere kind(eren) bij het leren te ondersteunen. Dat leverde meer begrip en respect op voor de leraar en het onderwijsvak. Veel leerlingen misten tijdens het thuisonderwijs hun klasgenoten en de leraar. Deze kinderen en tieners zullen niet snel roepen dat ‘school stom is’. Ze hebben ervaren hoeveel positieve prikkels ze missen wanneer fysiek onderwijs onmogelijk is.  

# 4 Scherpere keuzes maken voor een gezonde balans 

Vergaderen, we doen het allemaal. Maar is het echt altijd nodig om met het volledige team of directie-overleg bij elkaar te komen? De lockdowns dwongen ons om het onderwijs anders te organiseren én om met een frisse blik naar de agenda te kijken. Voor scholen betekenden de lockdowns dat veel extra activiteiten niet doorgingen. Teams en individuele leraren focusten noodgedwongen meer op het onderwijs zelf. De vraag rijst of het nodig is dat alle extra activiteiten weer opnieuw gestart worden na corona-tijd. Ook privé was de agenda voor veel mensen leger, sportclubs en verenigingen sloten de deuren. Er was meer tijd voor het eigen gezin. Een legere agenda bleek vaak prettig en soms zelfs noodzakelijk. Die conclusie daagt ons uit om komend schooljaar scherpere keuzes te maken voor een gezonde balans, binnen het werk en privé. 

# 5 Groter is niet altijd beter 

Toen er weinig meer kon of mocht, genoten we extra van wat er wel kon. Even een ‘live’ ontmoeting met een paar collega’s (op anderhalve meter afstand, natuurlijk). Scholen gingen in hun activiteiten downsizen. Grote schoolfeesten of -reizen werden kleine klassenuitjes. Massale decemberactiviteiten werden op groepsniveau uitgevoerd. Dat bleek vaak prima uitvoerbaar en ook nog een fijne, waardevolle ervaring voor teamleden en leerlingen. Groter is niet altijd beter. Ook voor de invulling van activiteiten in onze organisaties geldt dat we scherper en vooral bewuster kunnen kiezen. Niet (meer) omdat het moet, maar omdat het kan.